‘Al jong besloot ik dat het bieden van hulp aan mensen die slachtoffer zijn geworden van een oorlogssituatie of natuurramp een van de meest objectieve manieren is om iets goeds te doen in de wereld. Mocht mij zoiets overkomen, dan zou ik immers ook op die manier geholpen willen worden. De master Militaire geschiedenis heb ik gekozen naar aanleiding van het loopbaantraject dat ik al in mijn hoofd had. In mijn bachelor had ik me gefocust op het werk van het internationale Rode Kruis in oorlogsgebieden. De krijgsmacht is een grote andere partij in oorlogsgebieden en heeft vooral in de recente geschiedenis veel raakvlakken gehad met het werk van humanitaire organisaties. Het leek me logisch dat ik die grote andere speler in het maatschappelijke veld beter moest leren begrijpen voordat ik me in het humanitaire werkveld stortte.’
‘Tijdens mijn master heb ik stagegelopen bij defensieafdeling van de Nederlandse ambassade in Washington DC. Daar kreeg ik de kans Defensie beter te leren kennen als organisatie, samen te werken met militairen van land- en luchtmacht en marine, en mee te draaien in het grotere geheel van een ambassade en Buitenlandse Zaken. Het was een heel productieve manier om erachter te komen in wat voor organisatie ik me thuis zou voelen. Naast de inhoudelijk mooie kansen die deze stage bood, was het bijzonder om zes maanden in de VS te wonen op een historisch moment: toen ik aankwam werd Trump net president, en ik liep mee in de Women’s March.’
‘Ik begon mijn loopbaan bij het Rode Kruis in Nederland, als voorlichter Humanitair Oorlogsrecht. Ik vond het een prachtig idee dat het Rode Kruis verlichting, bescherming en hulp biedt in crises. In Londen vond ik in 2020 een baan in de lokale noodhulp van het Britse Rode Kruis en kreeg ik de kans direct betrokken te zijn bij het helpen van mensen in nood. Op Heathrow Airport kwamen in de zomer van 2021 in een week tijd meer dan 7.000 mensen aan na evacuatie uit Kabul, Afghanistan – veel ouders met kinderen, die halsoverkop hun thuis hadden verlaten en dagenlang in de rij hadden gestaan. In samenwerking met lokale ziekenhuizen regelde ik 3.000 Trauma Teddies om aan de kinderen te geven: een teddybeer ter afleiding en als lichtpuntje in een traumatische situatie. De dankbaarheid die wij hiervoor terugkregen, zal ik nooit vergeten.’
‘Tegenwoordig werk ik bij het Britse Rode Kruis in het Global Surge Team, dat technische specialisten en operatiemanagers naar grote humanitaire crises stuurt om daar humanitaire hulp te leveren. In veel van de gebieden waar wij werken is het belangrijk de maatschappelijke, geografische en culturele context te kennen. Daarbij komt mijn historische kennis van specifieke conflicten en culturen goed van pas. Ook moet ik snel over de context van noodhulpprojecten kunnen communiceren met collega’s, organisaties, donateurs en journalisten. Het kunnen verwerken van grote hoeveelheden informatie en het vermogen daar kort en bondig over te vertellen of schrijven – vaardigheden die ik tijdens mijn studie heb opgedaan – zijn daarbij essentieel.’
‘Tegen toekomstige studenten zou ik willen zeggen: zorg dat je een idee hebt van wat je met je studie wilt doen en richt je programma daarop in. Je hoeft echt niet specifiek te weten welke baan je uiteindelijk wilt doen, maar een goed idee van de sector waar je naartoe zou willen is al een begin. Dit stelt je in staat je essays met een goede invalshoek te benaderen, de juiste mensen om loopbaanadvies te vragen, stages te kiezen en meer te leren over de mogelijkheden in je vakgebied.’