‘Ik heb eerst een bachelor Europese studies aan de UvA afgerond en daarna een master geschiedenis, ook aan de UvA. Voor mijn masterkeuze heb ik met een aantal mensen gesproken. Ik twijfelde tussen onder andere Politicologie en Geschiedenis. Ik sprak erover met bijvoorbeeld een Kamerlid bij wie ik stage liep. Hij vond dat een master Geschiedenis erg nuttig kon zijn. Je leert er echt praktische vaardigheden, zei hij, denk aan schrijven, leren analyseren, redeneren et cetera. Met dit in het achterhoofd bezocht ik een open dag en koos ik voor Geschiedenis. Ik woonde al in Amsterdam, dus Geschiedenis aan de UvA voelde als een logische keuze. Voor mijn master heb ik nog wel even gekeken in Leiden – maar ik meen me te herinneren dat Amsterdam meer focuste op sociale onderwerpen. Dat trok mij meer.’

Stage

‘Tijdens mijn bachelor liep ik stage bij de Tweede Kamerfractie van de Partij van de Arbeid en tijdens mijn master bij De Monitor, een onderzoeksjournalistiek programma. Beide stages voegden veel toe: ze lieten me inzien dat ik – ondanks de theoretische inslag – veel praktische vaardigheden had geleerd die ik kon toepassen. De stages lieten me ook kennismaken met de wereld buiten de universiteit en leerden me welke kant ik wél en welke kant ik níet op wilde. Ik zou een stage aan iedereen aanraden!’

En wat doe je nu?

‘Ik werk bij de afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling van de gemeente Rotterdam. Op die afdeling werken we hard aan sociaalmaatschappelijke opgaves voor de Rotterdammer. Ik mag daaraan bijdragen, leuk! Ik ervaar de aansluiting met de arbeidsmarkt als gemakkelijker dan ik aanvankelijk dacht. Ik verwachtte dat het gat tussen de academische wereld en de werkende wereld groot zou zijn, maar dat viel mee. Ik kon al vrij snel mijn geleerde vaardigheden in de praktijk gebruiken.’

Welke vaardigheid opgedaan in je studie gebruik je nu in je werk?

‘Ik denk direct aan schrijven en analyseren. Ik schrijf projectbrieven, projectplannen, plannen van aanpak en ik bereid wethoudersbrieven en agendaposten voor. Hiervoor gebruik ik zowel schrijfvaardigheden als analytische vaardigheden; ik moet snappen hoe de politiek-bestuurlijke verhoudingen liggen. Ik heb grappig genoeg het meest gehad aan het schrijven van mijn masterscriptie. Ik deed een kwalitatief historisch onderzoek naar de identiteitsvorming van drie generaties Marokkaanse-Nederlanders in Amsterdam. Dat vroeg echt een stapje meer: ik moest hard werken om mensen te vinden die hun verhaal wilden delen. Erg interessant en ik heb er veel van geleerd.’

Tips voor toekomstige studenten?

‘Je moet echt gaan doen wat je leuk vindt. Het is een cliché, maar wel echt waar. Als ik niet had gedaan waar mijn interesses lagen, was ik nooit echt blij geworden met mijn werk. Nu ben ik dat wel, mede doordat ik iets doe waarvoor ik gestudeerd heb.’